Amyloïdose is een ziekte die bij verscheidene soorten, inclusief de mens, wordt gezien. De ziekte kan een enkel orgaan aantasten of vele, maar het laatste is regel. De bij de kat voorkomende vorm is vrij zeldzaam en ontstaat als reactie op een primair ziekteproces; daarom wordt de ziekte secundaire of reactieve amyloïdose genoemd (zie onder). In de wereld van kattenfokkers is onlangs ongerustheid ontstaan doordat amyloïdose werd ontdekt bij bekende fokdieren. Bij de Abessijn is vooral nieramyloïdose gezien, terwijl aantasting van de lever meer bij de Siamees is waargenomen. Of het bij deze twee rassen dezelfde ziekte betreft is nog onduidelijk. Ook zijn er nog tal van vragen over de erfelijke achtergrond van de ziekte. Daarom is nader onderzoek nodig, alvorens een effectief bestrijdingsprogramma kan worden opgezet. Dat onderzoek wordt momenteel voorbereid door de kattenverenigingen in samenwerking met de vakgroepen Pathologie en Geneeskunde voor Gezelschapsdieren.

Wat het ziektebeeld betreft, amyloïdose is wereldwijd gediagnosticeerd bij een aantal kattenrassen. Tot nog toe het meest bij de Abessijn , maar ook bij de Siamees, Oosters Korthaar, Pers en een enkel ander ras. De symptomen openbaren zich op latere leeftijd (1 – 12 jaar; gemiddeld 4 jaar) en vooral bij katers (75%). De verschijnselen van nierfalen zijn het meest algemeen en zijn voor de eigenaren de voornaamste redenen om diergeneeskundige hulp te zoeken. In het beginstadium vertonen de katten vage verschijnselen als ruwe vacht, lethargie, vermageren en gewichtsverlies. Als de ziekte verergert, wordt het vermageren evident, maar het gewicht kan desondanks toenemen door ontwikkeling van buikwaterzucht of oedeem. Als de nierfunctie nog verder verslechterd worden naast traagheid, vermageren, gebrek aan eetlust en gewichtsverlies ook veel drinken, veel plassen en braken gezien. Aantasting van de lever verloopt vaak zonder verschijnselen, totdat de lever scheurt en de kat in de buikholte gaat bloeden. Ziektekundig wordt de aantasting gekenmerkt door een afwijking in de eiwitstofwisseling, waardoor onoplosbare eiwitten vanuit de bloedbaan in de weefsels worden afgezet. Deze amyloïdafzettingen worden gevonden in vele organen, bijvoorbeeld de lever, nieren, milt, maag, hersenen, bijnieren, schildklier. Er zijn een 15-tal eiwitten in verband gebracht met amyloïdose, maar de meeste aandacht gaat uit naar serum amyloïd A (SAA). Dit SAA wordt in de lever aangemaakt en speelt waarschijnlijk een rol bij de reactie van het lichaam op weefselbeschadiging, maar de werkelijke biologische functie is niet opgehelderd. Steeds wordt echter een verhoogde concentratie SAA in het bloedplasma gemeten, voordat de amyloïdafzettingen in weefsels plaatsvinden. Het afgezette amyloïd is amyloïd A (AA), een omzettingsproduct van SAA. De ziekte bij de kat is, zoals gezegd, een secundaire amyloïdose met een afzetting van AA als gevolg van een chronische ontsteking.

Opvallend is echter, dat slechts bij een gering aantal dieren met zo’n chronische ontsteking zich amyloïdose ontwikkelt (< 10%). Om de ziekte goed te kunnen bestrijden, moeten we er meer van weten. Daarvoor zijn stamboom-, sectie- en klinische gegevens nodig. Het verzamelen daarvan is reeds geruime tijd gaande en wordt voortgezet. Als deze drie groepen gegevens worden gekoppeld, kan mogelijk worden vastgesteld hoe de ziekte van ouder op nakomeling wordt overgedragen. Op grond daarvan kunnen fokadviezen worden gegeven waarvan enig resultaat mag worden verwacht. Echt goed kan de ziekte echter alleen worden bestreden, als de moleculair-genetische basis is opgehelderd door DNA-onderzoek. Naast wat momenteel gebeurt, zal het streven er dus op gericht moeten zijn om dat onderzoek in de steigers te zetten. U kunt aan de bestrijding meewerken door tijdig uw dierenarts te raadplegen als u, zoals we dat noemen, een algemeen zieke Abessijn of Siamees hebt (die, zoals boven aangegeven, sloom is, vermagert, een dorre vacht heeft en mogelijk al veel drinkt), De dierenarts zal u dan met raad en daad terzijde staan en zonodig contact met ons opnemen AL uw vragen in verband met dit onderzoek kunt u richten tot de voorzitter van de Commissie Gezondheid en Welzijn van Felikat, mevrouw T. Wessel van Putten (070-3230847), die in voorkomende gevallen ondergetekenden zal raadplegen.

E. Gruys;
B.W. Knol;
B.A. van Oost;
H. Meyer.

Voor zo’n onderzoek dient u 4 ml EDTA bloed op te sturen naar:
Universiteitskliniek Gezelschapsdieren;
Biochemisch laboratorium;
t.a.v. M. Kwant,
Amyloïdose onderzoek;
Postbus 80154;
3508 TD Utrecht.

Op de buisjes met bloed graag een sticker met de stamboomnaam, stamboeknummer en ras en naam eigenaar. Tevens een kopiestamboom sturen naar:
Commissie Gezondheid en Welzijn;
Gooilaan 14;
2574 XP Den Haag
tel: 070-3684984

en ook even naar haar bellen op eerdergenoemd telefoonnummer. Na overlijden van het dier graag de lever en de nieren op (laten) sturen naar afd. Pathologie onder vermelding van Amyloïdose onderzoek.

Noot redactie: Dit artikel is overgenomen met toestemming van mevr. T. Wessel van Putten en ik zou er nog aan toe willen voegen dat we het probleem niet moeten beschouwen in het licht van de tegenstelling tussen Fife en Onafhankelijken. De gezondheid van de katten houdt zich ook niet aan die scheidslijn. Dit onderzoek is belangrijk genoeg om daar met ons allen aan mee te werken

Hieruit dient u uiteraard niet op te maken dat het van geen belang is om uw dierenarts te consulteren als katten van andere rassen of niet-raskatten verdachte verschijnselen vertonen. Voor het wetenschappelijk onderzoek moeten we ons beperkingen opleggen. Echter mochten er in een kattenfamilie meerdere identieke ziektegevallen zijn dan zijn wij daar uiteraard zeer in geïnteresseerd