Hieronder volgt een vertaling van een artikel geschreven door mrs. Sally Beeley van de bekende Engelse Kirash cattery, dat eerder in uitgebreidere vorm gestaan heeft in het blad van de Chocolate Pointed Siamese Cat Club. Mrs. Beeley was zo vriendelijk het op mijn verzoek te bewerken, zodat het voor het vasteland wat bruikbaarder en leesbaarder werd.

Aan het einde van de 19e eeuw werden er siamese katten geïmporteerd in Engeland. Voor zover we weten, waren dit waarschijnlijk bijna allen sealpoints, maar het is bijna zeker, dat enkelen daarvan de factor voor chocolate droegen. Er waren ook chococlate points, die vermoedelijk als slechte seals werden omschreven. In 1987 werd Kew Prince of Siam geimporteerd, die chocolatepoints voortbracht, toen hij gekruist werd met een poes, die Musidore heette.

Vele jaren gingen voorbij, voordat de chocolates werden erkend door de GCCF en het was pas in 1950 dat ze een apart rasnummer kregen: 24 b. Op dat moment werden er verschillende sealpoints hergeregistreerd als chocolatepoints en het is moeilijk te bewijzen welke katten van voor deze datum werkelijk chocolate­points waren en geen sealpoints. Dankzij het harde werken en de vooruitziende blik van vroege fokkers werd de Chocolate Pointed Siamese Cat Club opgericht in 1954. (In 1989 hield deze club haar eerste kleine show – een mijl­paal in hun geschiedenis.)

De eerste chocolatepoint, die de kampioenschapsstatus behaalde was een poes HENHAM CHLOE, geb 03-07-1946. Ze werd gevolgd door Ch. HOLMESDALE CHOCOLATE SOLDIER, geb 17-10-1950, de eerste kampioenskater. Chloe’s vader PENYBRYN MONT (sealpoint) en de vader van Soldier, Ch. PRESTWICK PENGLIMA PERTAMA (sealpoint) bleken erg invloedrijk te zijn in de fok van chocolates en klaarblijkelijk droegen zij een graag geziene kleur, zoals later door nakomelingen getoond werd. Beide katten zijn terug te voeren tot eerder genoemde Kew Prince of Siam.

Van keurrapporten uit de 50er jaren is het opmerkelijk dat de vachtkleuren van de chocolates over het algemeen goed was. “Uitmuntende Vachtkleur” was het normale commentaar, ondanks het feit dat sealpoints de stambomen domineerden. De pointskleur echter was ook in die dagen moeilijk. Niet complete maskers, points niet allen van dezelfde kleur, donker chocolate en brindling waren ook in die dagen een probleem zoals we in de keurrapporten kunnen lezen.

1950. Keurmeester mrs Hart:

1ste.
Williams’ DONERAILE BRUN BOY. “Dit is geen slechte seal, maar eindelijk een echte chocolate. Ik bewonder zijn fijnheid, zijn zachte temperament, zijn prachtige lichte lichaam en points, een zeer aantrekkelijke baby.” (NB: Brun Boy was een van de katten, die overgeschreven werden in het stam­boek van seal naar chocolate in 1950. Hij was de klein­zoon van Penybryn Mont.)

1951. Choc-point Volwassen (K&P) Keurmeester mrs Holroyd:

1ste.
Williams’ DONERAILE BRUN BOY. “Aardig Type, erg gevlekte kleur, staart gebrindled.

2de.
HENHAM CHLOE. “Aardige vachtstructuur, hoofd te donker, poten te licht! (Chloe was 5 jaar oud)”.

In 1957 schreef mevrouw Williams in haar terugblik over het seizoen het volgende over cho­colatepoints: “Ik ben een van de fokkers, die reeds geïnteresseerd waren in chocolatepoints voor 1939 en ik raak steeds meer teleurgesteld door het gebrek aan vooruitgang. Velen zijn niet meer zo goed als de chocolatepoints van voorheen en verschillende van de huidige dekkaters zouden niet moeten worden gebruikt. Zij vertragen de vooruitgang. Ik ken een hele bekende fokster, die bijna de moed heeft opgegeven, omdat er zo weinig vooruitgang wordt geboekt. Type en kleur schijnen niet samen te gaan in een en dezelfde kat. Een mogelijke redding dit jaar waren enkele kittens van miss Beckett SUNLAND SIRIUS, SUZANNE en SIJUI. Ik hoop dat zij hun belofte zullen waarmaken. (Dat deden zij zeker. Sirius werd kampioen en Sijui bleek een zeer bruikbare dekkater).

In 1958 bij het inhouden van een CC (een engelse CAC) schreef mrs Kit Wilson:

Het is erg jammer dat zovele chocolatepoints kleur missen op hun points en het lijkt, dat fokkers, die op type en oogkleur gefokt hebben, zich moeten gaan concentreren op de echte melkchocolade points. Deze kat had een uitmuntend type en prima oogkleur, maar zijn vachtkleur was te donker en points waren er nauwelijks. Die er waren, waren gebrindled.

Ondanks deze sombere opmerkingen werden er echter ook enkele uitstekende dekkaters gefokt in de 50er en 60er jaren, die van enorme invloed waren op de toekomst van de chocolatepoints.

Ch. ZAYAM ZAR PRAK (chocolatepoint) (zoon van de fijngebouwde Prestwick Penglima Pertama en achterkleinzoon van Penybryn Mont – daardoor de belangrijkste chocolatepoint lijnen combinerend) werd als volgt beschreven door keurmeester mrs France in 1954:

1ste.
Well’s SAYAM ZAR PRAK. “Stevig wigvormig hoofd, goede oorstand, soepel lichaam, goed gevormde ogen en aardige kleur. Prachtige vachtkleur, points goed chocolate, maar nog niet volledig ontwikkeld op de voorpoten en staart!”.
Zar Prak was de vader van de eerste CRAIGIEHILLOCH kampioenen CHOJULA en CHOZARO (geb 1953), die deze goede chocolatelijn voortzetten.

1959. Keurmeester mrs Beckett:

1ste. & CC.
Clarke’s Ch. CRAIGIEHILLOCH CHORITA (moeder CRAIGIEHILLOCH CHOJULA) “Points correcte melkchocolade kleur, vacht goede structuur en kleur, mooi hoofd, fijn gebouwd. Goed gebalanceerde poes in prima vorm vandaag”.

1959. Keurmeester mrs Yorke:

1ste. & CC.
Beckett’s SUNLAND SIRIUS (vader CRAIGIEHILLOCH CHOZARO) “Zeer elegante kat van kop tot puntje van de staart. Goede verhoudingen, points correcte kleur, vachtkleur erg goed en structuur uitstekend”.
In de 50er en 60er jaren waren behalve Zar Prak en zijn zoon Chozaro ook zijn klein­zoons Ch. SUNLAND SIRIUS EN SIJUI, Ch. CAMLEY FUDGE EN Ch. BOLNEY KIEN (Sijui’s zoon) als dekkater beschikbaar.

1960. Keurmeester mrs Holroyd:

1ste. & CC.
Stewart’s BOLNEY KIEN (grootvader van vader’s kant Ch. Holmesdale Chocolate Soldier). “Zeer goed hoofd, oren konden iets groter, goede ogen, staart tamelijk kort, goede points, correcte tint chocolate”
Deze katten, die de correcte kleur chocolate droegen, vormden de basis van een zeer belangrijke dekkater­groep, die we ook heden ten dagen zouden kunnen gebruiken. Ch. CAMLEY FUDGE was de vader van niet minder dan vijf chocolate kampioenen, inclusief de katers Ch. BRADGATE YIPPEE, Ch. MISSELFORE CHOCOLATE WHEY en Ch. JADDYX QUOFF DEANDER.

1961. Keurmeester mrs Clarke:

1ste. & CC
Lapper’s BRADGATE YIPPEE. “Fijngebouwde jonge kater met de correcte tint chocolate. Mooi profiel, goede oogvorm, poten een beetje vlekkerig vandaag”.
Mocht u door deze rapporten, die de mooie katten beschrijven, de indruk krijgen, dat alles prima was in de jaren 50, dan vergist u zich. Alle problemen met de kleur, die we vandaag hebben – points te donker, niet complete maskers, gebrek aan kleur op de points – werden toen ook regelmatig genoemd. Evenals nu waren er ook toen al niet alle keurmeesters unaniem in hun opvattingover de juiste kleur was. Maar er waren meer katten beschikbaar voor de fok, die de correcte kleur hadden of die die droegen.

Het midden van de 60er jaren was geen goede periode voor de chocolates. Zowel kwaliteit als kwantiteit waren beneden de huidige standaard en titels werden regelmatig ingehouden. Er waren niet zoveel shows als nu, maar er was geen “14 dagen regel” dwz. een kat mag niet binnen 14 dagen op twee shows uitgebracht worden. Het is moeilijk om de redenen aan te geven van het minder worden van de chocolates in deze tijd. Langzamerhand werd het bestand van dekkaters en fokpoezen kleiner en er kwamen natuurlijk de nieuwe kleuren.

Het enige geaccepteerde rasnummer in die dagen was de 24 serie. Op de Siamese Cat Club show van 1962 waren de volwassen inschrijvingen als volgt verdeeld: 48 seals, 30 bluepoints, 13 chocolatepoints en 11 lilacpoints. In 1983 op dezelfde show was de kleurverdeling heel anders: 18 sealpoints, 5 bluepoints, 11 chocolatepoints, 3 lilacpoints, 9 tabbypoints, 4 redpoints, 4 tortiepoints en 3 cremepoints – de 32 serie een serieuzere concurrent van de 24ers in aantallen.

Tussen 1964 en 1968 werden slechts 1 poes BRADGATE NINA en 2 katers SAMSARA DANTE en KIRASH CURRY kampioen.

1964. Keurmeester mrs Montgomery:

1ste & CC.
Croswell’s BRADGATE NINA. “Over het algemeen goed van type, uitstekende oogkleur en plaatsing, goed hoofd en lang lichaam. De eerste poes met correcte pointskleur, de lichaamskleur kon wat lichter en de staart is tamelijk kort”.
Nina was één van de drie kampioenen uit de combinatie Ch. CAMLEY FUDGE en BEAUMANOR MARIGOLD. (vader BRIARRY MACSUCH) De anderen waren BRADGATE YIPPEE en BRADGATE FOLLY en zij stonden allen bekend om hun pointskleur.

1966. Keurmeester mrs Clarke:

1ste. & CC.
Denny’s SAMSARA DANTE. “Uitstekende pointskleur en mooi ivoorkleurig lichaam. Uitstekende vachtkwaliteit en mooie staart. Prachtig geshowd. Won vandaag op kleur en vacht, maar haalde maar net het CC, oren zijn goed geplaatst maar te klein en de oogvorm zou wat meer oosters moeten zijn; zeker de bovenkant is te recht, kin bleek”.
Dante was de eerste chocolate kampioen met een lilacpoint ouder (vader PRAHA ANDANTE MAESTOSO). Moederskant gaat terug via Ch. KILLDOWN KERRY tot Penybryn Mont.

Curry’s voorouders waren Ch. Camley Fudge en Ch. Bolney Kien, zodat hij in directe lijn afstamde van Ch. Prestwick Penglima Pertama en Penybryn Mont.

Langzamerhand kwam aan de slechte periode een eind en een enorme verbetering in de successen van de chocolatepoints op de shows begon. Van 1968 tot 1973 werden er niet minder dan 33 chocolatepoints kampioen. Misschien dat de gezonde basis van katten, zoals Fudge, Kien, Yippee en hun nakomelingen, eindelijk vruchten begon af te werpen. Goede kittens werden er geboren en er was weer veel interesse in chocolates. Het leek erop, dat de fokkers weer bewust fokten op chocolate. Van die 33 kampioenen waren er 15 uit een chocolate X chocolate kruising en slechts zeven hadden geen chocolate ouder. (Tegenwoordig komen er de meeste chocolates uit een gemengde kruising, vaker door geluk dan goede planning. Kruisingen met de bedoeling om chocolates te verbeteren, zijn bijna iets uit het verleden.)

Sommige catterynamen kwamen iedere keer weer naar voren bij de winnende katten uit die periode; van de 33 kampioenen hadden er 2 de catterynaam FLUME, 3 PHYSALIS, 4 PI­DEN, 3 DRURIES, 5 KIRASH en dan was er nog een CRAIGIEHILLOCH. Het is interessant om te zien, dat minstens 90% van deze katten afstamde van Ch. CRAIGIEHILLOCH CHOZARO. De paar kampioenen, die niet afstamden van chocolates, kwamen vaak voort uit seal X lilac kruisingen, zoals PHYSALIS NAI LING, PHANDAH en CHOCOLATE FUDGE, allen katers uit dezelfde combinatie en DRURIES APRILA GEM. Een interessant feit van deze kampioenen is, dat velen van hen broer en zus of halfbroer en halfzus waren. Velen van hen gaven uitstekend door, wat hun kwaliteit alleen maar onderstreept. Bijvoorbeeld Ch. Bradgate Yippee was de vader van Ch. THORMAR CHANG FOO (24b) en Yippee’s lilacpoint zoon Ch. SCINTILLA APOLLO was de vader van Ch. ROUNDWAY OSMANTHUS (24b) en ROUNDWAY OURISIA (24b) Ch. KIRASH CURRY was de vader van SUNJADE CHOCOLATE DOMINO en BOIDHEACH MACGILLE op hun beurt beide succesvolle dekkaters. ROUNDWAY OURISIA was de vader van KIRASH FIESTA (24b) en de kampioenen PI-DEN CUPID en PI-DEN CHIANTI; alle drie katten met een goede kleur. Ch. Druries Aprila Gem gepaard aan KARIBUR KEMBA (ook een Ourisia zoon) produceerde Ch. DRURIES FEBRONIUS en gepaard aan Ch. Roundway Osmanthus produceerde Ch. DRURIES MARCHIONESSA (24b).

1969. Keurmeester dhr Raleigh:

1ste. & CC
Denny’s PI-DEN CHIANTI. “Zoals ik had gehoopt heeft deze poes zich duidelijk verbeterd sinds de Southern County CC show. Zeer goed van type en goede oogvorm en kleur, een prachtige lichte gladde vacht. Zeer goede pointskleur die zich echter maar langzaam ontwikkeld op de poten. Kan nog veel meer verbeteren”.
1970. Keurmeester mrs Eustace:

1ste. & CC
BOIDHEACH MACGILLE. “Mooie goedgebouwde kater, prachtige vacht zonder schaduw, goed gevormd hoofd, lange neus, mooi profiel, lange zweepstaart, goede points, echt oosterse ogen van goede kleur, neiging tot loensen, een fout die later weg leek te gaan toen ik hem bekeek. Zeker zijn CC waard”.
Het is echt jammer, dat de lijnen van vele van de goede katten uit die tijd om een of andere reden verdwenen zijn. Vele fokkers zouden er heden ten dage veel voor over hebben om een keuze te kunnen maken uit de selectie van uitstekende dekka­ters van toen.

Ch. Camley Fudge (1956) was de vader van 5 chocolate kampioenen en dat record bleef staan tot 1969, toen zijn achterkleinkind Boidheach Macgille werd geboren. Macgille was de vader van 6 chocolate kampioenen als ook van kampioenen van andere kleuren en dat record bestaat nog steeds. (Macgille had Fudge aan beide zijden van zijn stamboom alsook Bolney Kien aan vaders kant). Ch. FOXTWIST ASTRO (24b) was de vader van de eerste Gd. Ch. CHAIROSS ARIEL. Ariel staat nog steeds ter dekking tezamen met zijn zoon Gd. Ch. CHAIROSS ANDROCLES.

1978. Keurmeester mrs Lentaigne:

1ste. & CC.
Mort-Williams’ Gd.Ch. CHAIROSS ARIEL. “Deze knappe jongeman, die later Best of Best werd, zag er goed uit vandaag. Een goed gebouwde kater met een uitstekende vacht, goede chocolate tint op zijn points, goed geplaatste oren en een rechte wigvorm. Uitstekende oogkleur en stand en goed uitgebracht”.
Andere nazaten van Fudge en Kien waren broer en zus Ch. Pi-Den Cupid en Pi-Den Chianti. De broer-zuster kruising van deze twee consolideerde hun uitstekende kleur en zij waren de grootouders van een van de meest vooraanstaande chocolate dekkaters tot nu toe gefokt: Ch. KIMOKI DAGMAR.

1976. Keurmeester mrs Biggie:

1ste. & CC.
Beeley’s KIMOKI DAGMAR. “Tamelijk onvolwassen kater maar ik gaf hem toch zijn CC omdat hij het ware siamese type heeft. Hij is erg elegant en zijn kleur is erg goed voor het ras. Als hij zich ontwikkelt, moet het laatste nog beter worden. Stevig hoofd mooi gedragen op een lange nek, prachtige oogkleur, -vorm en uitdrukking. Kleur echt melkchocolade maar een beetje vlekkerig vandaag. De staart zou iets dunner mogen. Temperament is voortreffelijk, hij spon de hele tijd, zelfs op zijn tocht naar het daglicht”.
Moki combineerde een sterke seal-afstamming met de lijnteelt chocolate kleur van de Pi-Den’s. (Het is opmerkelijk, dat bij invloedrijke chocolate katten de kleur van beide zijden van de stamboom kwam, velen vanuit lijnteelt).Meer belangrijk was, dat hij licht choco­late doorg­af en vader werd van vele chocolates met goedgekleurde melkchocolate points en daar­door een hele generatie 24b siamezen lichter maakte. Moki evenaarde Macgille’s record door 6 Britse chocolate kampioenen te verwekken inclusief twee die Grand Champion werden, een prestatie tot dusver door niemand geëvenaard bij het fokken van chocolates. Zijn zonen Gd. Ch. PENTANGLE BEAUMAN en Gd. Ch. KAPRICO RHINEGOLD stamden van verschillende lijnen van moeders zijde. Beide katten hadden een uitstekende pointskleur en het was een groot verlies toen Beauman stierf in zijn topjaar en Rhinegold gecastreerd werd.

Er waren vele goede chocolate dekkaters en poezen op de shows gedurende tweede helft van 70er jaren. Katten zoals: Ch. SEADOG COCO, DIBADAB CHOSHEMAR, Ch. SUNJADE DOMINO, SANDRAS ESME­RALDA, FOXTWIST AURORA, SPRINGFIELDS BIMBALA MOONDANCE FLAMBEAU (nu in Nieuw Zeeland).

Showklassen waren goed bezet en de standaard was hoog. Lang­zaam maar zeker ging de kwaliteit weer achteruit. Weer vond een keurmeester het nodig om haar angsten uit te spreken.

Keurmeester mrs Denny:

“Mijn enige kritiek was de slechte kwaliteit van de volwassen choco­latepoints. Ik heb vele malen gesteld: echte chocolates zijn de mooiste siamezen die er zijn. Als de correcte kleur en type gefokt moeten worden, kan dat alleen door een programma van selectief fokken met kennis van de stambo­men en bovenal geduld. Het zou zo mooi zijn om een klasse te hebben van echte chocolatepoints met ivoorwitte vachten. In plaats daarvan kunnen we, op een enkele uitzondering na, de voor­beelden van nu slechts beschrijven als slechte seal­points of koffiezwarte points met vachten zoals die van sealpoints. Fokkers: in plaats van in het wilde weg gemengde nesten te fokken, waarom niet de pure 24 serie geprobeerd. Het is de moeite waard en de beloning is zo groot”.

Het is onmogelijk vast te stellen waarom fokkers er niet in geslaagd zijn te profiteren van de variatie aan chocolate lijnen, die in de 70er jaren geshowd werden. In iedere hobby is er het altijd aanwezige gevaar van ieder individu, die zijn eigen koers volgt en die het grote geheel uit het oog ver­liest. Plannen om een bepaalde lijn te gebruiken worden uitge­steld om later tot de ontdekking te komen, dat een poes niet meer zwanger wordt of de betreffende kater gecastreerd is. Zijn de fokkers aangetrokken tot de nieuwe variëtei­ten? Sinds de 70er jaren zijn de oosterse rassen, die geba­seerd zijn op de siamezen, ontzettend in de belangstelling gekomen. Vanaf de eerste havana tot en met de Foreign White, Lavendel, Ebony, Blauw, Rood, Tortie en nu de complete serie oosterse tabbies. We hebben ook de opkomst gezien van de langharige siamezen: de balinezen.

Zijn chocolates nu ‘Oude Koek’? (Wat denkt men hiervan? Het zou interessant zijn om nieuws te hebben van de vooruitgang van chocolates op het vaste land van Europa).

Fokkers, die voldoende van chocolates houden om er zich in te specialiseren, schijnen erg in de minderheid te zijn. Melkchocolade points zijn erg moeilijk te fokken en worden niet altijd gewaardeerd op de shows. Maar het zou toch eeuwige zonde zijn, als sommige van de kwaliteiten, die een integraal onderdeel uitmaken van de chocolates zoals een goede vachtkleur, sterk gestel, lang leven etc. verloren zouden gaan. Er zijn vele dekkaters en poezen geweest en die zijn er nog, die een respectabele leeftijd haalden. In het blad van de Chocolatepointed Club van 1989 werd het sterfgeval gemeld van een fokpoes van 21 jaar.

We zouden trots moeten zijn op zulke katten als Ch. Bradgate Yippee, Ch. Physalis Phandah, Ch. Ramonda Drambuie, Ch. Roundway Osmanthus en zijn broer Ourisia, Ch. Kirash Fiesta, Ch. Sandras Esmeralda, Ch. Druries Aprila Gem, Gd. Ch. Chaiross Ariel en nog velen meer. Deze kwaliteiten mogen niet verloren gaan, noch zou dat moeten gebeuren op zoek naar de droommelkchocolatepoint. Fokprogramma’s, die gebruik maken van bewuste keuze van sterke siamese lijnen, zullen uiteindelijk katten voortbrengen, waar fokkers terecht trots op kunnen zijn.

Nawoord van de vertaler:

Een zoon van Kimoki Dagmar, die in Nederland heel bekend is geworden, is Gr.Ch.Int. Springfields Bambuli, die door Hetty Berntrop jaren als dekkater gebruikt is.