Vertaald met toestemming van de auteur van het artikel die het eerst publiceerde in het blad van de Zweedse rasclub voor Siamezen en Oosters Kortharen.

Om deze zeer aantrekkelijke kleurvariëteit te verkrijgen is het noodzakelijk twee katten met elkaar te kruisen die zowel de genen voor blauw als voor chocolate dragen. Aangezien veel vroege sealpoint lijnen zowel blauwe als chocolate kittens produceerden moeten er lilacpoints geweest zijn lang voordat ze officieel werden erkend in Engeland in 1960.Siam_lilacpoint

In de Verenigde Staten werd de lilacpoint erkend in 1954-155 onder de naam frostpoint.

De Engelse fokster Mrs Hargreaves produceerde lilacpoints kunstmatig in de vijftiger jaren door Siamezen te kruisen met Blauwe Russen. Kittens uit een kruising van Russisch Blauw maal chocolatepoint Siamees dragen zowel de genen voor blauw als voor chocolate. Zij zullen al dus in staat zijn lilacpoint of lilac kittens te produceren wanneer ze met elkaar gekruist worden. Mrs Hargreaves kruiste een sealpoint Siamese poes, Laurentide Ludo, met de Russisch Blauwe kater Ch. Silvershoen Blue Peter. Het resultaat was twee zwarte poezen, Laurentide Ephone Ebony en Laurentide Ephone Jet. Deze werden weer gekruist met sealpoint katers en produceerden twee sealpoints, Laurentide Ephtoo Sapin en Laurentide Ephone Jade die met elkaar gekruist werden.

Deze kruising van Ephtoo Sapin en Ephtoo Jade produceerde Laurentide Ephree Amethyst die als bluepoint Siamees geregistreerd werd met experimentele stamboom. Na verloop van tijd werd zij gedekt door de bluepoint Siamees Chatwyn Tamarack waarvan de afstamming via de ouders van de moeder weer terugvoerde naar de Russisch Blauwen. Deze combinatie produceerde de twee katers Laurentide Quicksilver en Laurentide Mercury. Deze werden eerst geregistreerd als bluepoint en chocolatepoint maar op zijn minst Laurentide Mercury werd uiteindelijk geregistreerd als lilacpoint door de GCCF in 1962, twee jaar na de officiële erkenning van de variëteit,

Ondertussen werd naar het programma met de Russisch Blauwen de lilacpoint kater Belhaven Apple Blossom geboren in 1958. Hij kwam uit de chocolatepoint poes Carson Truffle, die een gen voor blauw droeg en de sealpoint kater Sloppy Joe die zowel blauw als chocolate droeg. Wat Apple Blossom zo uniek maakte was dat zijn afstamming puur Siamees was zover terug als te traceren was en hij werd in het normale register geregistreerd. Hij werd geshowd door zijn fokster Mrs Phyllis Lauder. Al in 1955 had Mrs Lauder haar lilacpoints geshowd in Londen op de Siamese Cat Club show. Een andere fokster die succesvol lilacpoints begon te fokken in de late jaren vijftig was Mrs Alison Ashford (nog steeds een bekende keurmeester). Zij exporteerde de lilacpoint kater Annelidas Lilac Zephyr naar de Verenigde Staten waar hij de vader werd van een zeer succesvolle lilacpoint poes, Sicat’s Sheer-Mist of Gables.

Andere vroege winnende lilacpoints die in de vroege zestiger jaren genoemd worden waren Sicat’s White Tulip, vanuit de Verenigde Staten geëxporteerd naar Nederland en haar dochter White Lily van Siana; de in Australië gefokte Ch. Nokomis Lilac Domino in Nieuw Zeeland; Gr.Ch. Chantilly Lace gefokt door Mrs Grace Staden uit Canada; Simiane de Gravenoire uit Frankrijk, etc. Deze katten combineerden allen een goed type met de gewenste bleke rozeachtige kleur. Al snel kwamen er lilacpoints met een blauwige kleur die het moeilijk maakte hen te onderscheiden van de bluepoints. Veel fokkers werden abusievelijk verleid door het idee dat omdat de lilacpoint net zo licht blijft op het lichaam als de chocolatepoint dat de lilacpoints de lichaamskleur van de sealpoints ook zouden verbeteren.

In de late vijftiger jaren en in het begin van de zestiger jaren wonnen de lilacpoints ook terrein in Scandinavië. Donerail Lilac Monseigneur, een lilacpoint kater met als vader Laurentide Mercury was en als grootvader Laurentide Quicksilver, werd geïmporteerd tezamen met de bluepoints Browndrey’s Scamp en Browndrey’s Tana die ook rechtstreeks afstamden van Laurentide katten en die ook getraceerd konden worden naar de oorspronkelijke kruising met de Blauwe Rus Silverschoen Blue Peter.

Deze drie importen werden veelvuldig gebruikt met alle pointskleuren in de Scandinavische lijnen. Monseigneur’s nakomelingen waren o.a. een lilacpoint dochter, Int.Ch. Rangoon Lilac Buddleia, die vanuit Denemarken naar Zweden werd geëxporteerd en die een belangrijke fokpoes werd voor fokster Mrs Margit Lans (catterynaam av Amur). Buddleia produceerde Int.Ch. Lilac Mino av Amur (vader: Frosted Kator av Asplid). Mino werd de stammoeder van Mrs Sussie Broberg’s Brobackens Siamezen en produceerde een aantal succesvolle nakomelingen. Een kruising tussen Mino en Kashmir Camillo resulteerde in Int. Ch. Brobackens Chocolate Simon die succesvol was op shows in de vroege zeventiger jaren.Simon werd weer teruggekruist op zijn moeder en bij die nakomelingen was ook Int.Ch. Brobackens Lilac Seba die verschillende malen BIS Siamees werd.

Verschillende topkwaliteit lilacpoints werden gefokt door Mrs Eiwor Andersson in de vroege jaren zeventig inclusief Int.Pr. San-T-Ree Frosty (Riro Sookmo x San-T-Ree Chocolate Kiefer) die 3e werd op de SVERAK Top kat lijst van het jaar 1973. De poes San-T-Ree Chocolate Dee-Dee, uit de Amerikaanse import poes Purr-Du Caress, produceerde Int.Ch. San-T-Ree Lilac Pearl die op haar beurt weer Int.Ch. San-T-Ree Novas Fay produceerde die 2e Top kat werd in Zweden in 1975. Novas Fay was eigendom van Miss Dagny Lindberg (nu Dickens) en werd de verwekker van verschillende lilacpoints van goede kwaliteit onder de catterynaam Novarita in de zeventiger jaren. Lilac Pearl produceerde ook een nestje van uitsluitend lilacpoints met de lilacpoint kater Granlids Mustafa. Andere lilacpoints van goede kwaliteit in de zeventiger jaren waren Pilevallens baby doll uit de lilacpoint kater Ch. San-T-Ree Lilac Topper, samen met de succesvolle lilacpoints met de Näsats catterynaam (fokkers Mr & Mrs Ruus)

lilacIn de jaren tachtig was de chocolatepoint Ch. Maytime Grandee een hele belangrijke dekkater in Zweden die ook een aantal lilacpoints verwekte. Grandee was een Engelse import met als vader de zeer beroemde Ch. Maytime Landucci, lilacpoint, die nog steeds voorkomt op de stambomen van veel Siamezen zowel in Engeland als in andere landen. Grandee werd uiteindelijk gecastreerd maar leefde nog met veel levenskracht tot 1995.

Behalve de Näsats in de tachtiger jaren waren ook de Coccinels (Mrs Birgitta Johansson) en Stjärnregets (Mrs Monica Holst). Gr.Ch.Int. Stjärnregets Leo de Lyx was zeer succesvol en was de eerste lilacpoint die zijn Gr. Titel behaalde in Zweden. De lilacpoint poes Int.Ch. Daggyningens Blenda uit Maytime Grandee lijnen was een van de stammoeders achter de Coccinel katten. Gedekt door de lilac-tabbypoint kater Int. Ch. Nools Pink Patrik, ook uit Maytime lijnen , produceerde zij diverse winnende lilacpoints waaronder Eur.Ch. Coccinels Turbo, die naar Noorwegen geëxporteerd werd en die behalve een succesvolle dekkater werd ook de eerste Scandinavische lilacpoint was die een Europese titel pakte in 1993. Twee lilacpoint importen uit Australië, Qwashon Lilac Atanamir en Qwashon Lilac Arda, werden gekocht door Mrs Johansson en met elkaar gekruist leverden zij Int.Ch. Coccinels Unicef, nog een lilacpoint kater met een succesvolle dek- en showcarrière in Noorwegen.

In de late tachtiger jaren werd een lilacpoint kater, Livrabar Sooji geïmporteerd uit Engeland door Mrs Holst en Miss Eva Andersson (Ma-Thangas). Er schijnt niet meer met nakomelingen van hem gefokt te worden. Sooji’s vader was Gr.Ch. Daunus Pascali, over wie later meer. Enkele andere catterynamen die lilacpoints van enig belang produceerden in de tachtiger jaren waren Ram-Tam-Ta’s, Hunt’s, Simsalabim en Jawelyn.

In Noorwegen zijn enkele erg mooie lilacpoints gefokt gedurende de late tachtiger en de vroege negentiger jaren, voornamelijk vanuit de catterynamen Liberho’s (Mrs Liv Holst), (N)Fiori Avanti’s (Mrs Laila Myrvold) en (N)Benill’s (Mrs Bente Kjöl Nilsen). Deze foklijnen beginnen voornamelijk vanaf Int.Ch. Nools Pink Patrik, Eur.Ch. Coccinels Turbo en ook Coccinels Unicef. Een speciale vermelding voor Gr.Ch.Int. Anka av Böfjorden, een lilacpoint poes met een schitterend type uit Bennill’s en Fiori Avanti lijnen. Haar zoon Eur.Ch. (N)Fiori Avanti’s Orlando is een knappe lilacpoint kater met diverse BIS aantekeningen op zijn naam.. Een lilacpoint poes uit Turbo, Eur.Ch. Liberho’s Rhachade Astasi In Lilac, is de moeder van verschillende succesvolle Siamezen uit de (N)Astasiam cattery.

De sealpoint poes S*Putikat Vox Angelica, het resultaat van een halfbroer/halfzus kruising tussen twee Grandee afstammelingen werd gekruist met de Australische import Int.Ch. Qwashon Blue Shadowfax en produceerde een lilacpoint poes, S*Arrax Lilac Aurora, die de stammoeder is van Mrs Else-Marie Zolnir die fokt onder de catterynaam S*Jamboree’s. Aurora’s zoon, Gr.Ch.Int. S*Jamboree’s Lilac Alexander (sia c) was een succesvolle dekkater gedurende de eerste helft van de negentiger jaren. Een halfzuster van Aurora, Int.Ch. S*Arrax Crystal Galaxy, vader Ch. & Gr.Pr.Int. S*Arrax Mauve Mikado (wiens stamboom Maytime Grandee en Daggryningens Blenda bevat) is de stammoeder van de S*Yatzeeh’s cattery en heeft enige lilacpoint afstammelingen geproduceerd met inbegrip van Eur.Ch. S*Yatzee’s Jungle Brother, die verschillende malen BIS werd en de eerste Zweedse lilacpoint die Eur.Ch. werd in 1993.

In 1989 werd een lilacpoint poes, Yiman Magnolia (Gr.Ch. Roysterer Lord Catmando x Ch. Bursi Coppelia) geïmporteerd vanuit Engeland. Magnolia’s dochter Gr.Ch.Int. Harlekins Hanna (sia b) werd gedekt door (N)Hesno-Briom’s Pandore en het daaropvolgende nestje bevatte een bijzonder goed getypeerde lilacpoint kater, Gr.Ch.Int. Taifun Tamino die een paar jaar geleden een zeer succesvolle showcarrière had. Tamino’s nestbroer, Gr.Ch.Int. Taifun Tom Puss (sia b) werd gekruist met Jungle Brothers jongere zuster, Ch. S*Yatzeeh’s Flightcrash en de combinatie leverde de zeer getypeerde lilacpoint kater Ch. & Pr. S*Chandini’s Toulouse op.

Bij de Zweedse Onafhankelijken importeerde Mrs Gun-Britt Palmqvist (Björkhagens cattery) een lilacpoint poes, Zenobia Thila Ting uit Engeland in de tachtiger jaren. Andere Onafhankelijke catteries die Lialcpoints hebben geproduceerd zijn: Zamirs, Fangas en af Porla.

Een lilacpoint die een enorme invloed op de Siamees in het algemeen in Scandinavië heeft gehad is de eerder genoemde Daunus Pascali, door zijn naar Zweden geïmporteerde en vaak gebruikte zonen Eur.Ch. Pannaduloa Crackerjack en Eur. Ch. Pannaduloa Bizet (beide creampoints) en ook zijn kleinzoon Eur.Ch. Sunsational Amadeus (redpoint) in Noorwegen.

Veel van de goedgetypeerde lilacpoint Siamezen die de afgelopen paar jaar in Zweden zijn gefokt hebben een te blauwe tint en een te donkere lichaamskleur. Andere lijnen hebben een goede kleur maar missen type. De kleur van de lilacpoints wordt meestal verbeterd wanneer men lilac x lilac kruist. Het fokbestand is echte rte klein en er moet daarom worden uitgekruist met de beste Siamezen met andere pointskleuren. Het doel moet zijn om goedgetypeerde lilacpoints met de juiste kleur duifgrijs met een roze waas te produceren. Een uitdaging voor alle bewonderaars van deze werkelijk mooie variëteit Siamees.

Joanna Dickinson / The Swedish Siamese and Oriental Group 1996

lilac_kittenBronnen:

Mary Dunnill: The Siamese Cat Owner’s Encyclopedia, 1974.

Anne Marie Nillson: Siames, 1978.

Phyllis Lauder : The first lilacpoint Siamese, article in an older issue of Orientexpressen, translated by Elizabeth Aller.