Leukistische doofheid

Gepubliceerd in ‘Mooi èn gezond’, een publicatie van de stichting Overleg Platform van de Nederlandse Cat Fancy.(1999)

Th.P.J. Bloks

 

 

Samenvatting

Veel mensen denken dat witte katten met blauwe ogen altijd doof zijn. In dit artikel hoop ik duidelijk te maken dat dit lang niet altijd het geval hoeft te zijn. Er zijn zelfs variëteiten waarbij doofheid nauwelijks of niet voorkomt zoals bijvoorbeeld de Foreign White of de Turkse Van, alhoewel bij deze laatste variëteit het gen W, dat verantwoordelijk is voor geheel witte katten, niet aanwezig is maar het gen S, dat verantwoordelijk is voor witte vlekken. Veel van de onderzoeken naar de relatie tussen wit en doofheid zijn al enige tientallen jaren oud en bij die onderzoeken waren de katten speciaal geselecteerd op doofheid. Bovendien waren er voor zover bekend geen raskatten betrokken bij deze onderzoeken. Door middel van die onderzoeken is aangetoond dat witte katten met blauwe ogen een verhoogde kans hebben op doofheid en dat bij een kruising van wit x wit de kans op doofheid toeneemt. Hierbij speelt het syndroom van Waardenburg een grote rol.

 

Inleiding

Vanuit mijn betrokkenheid bij de Foreign White kat is dit artikel geschreven met voornamelijk de Foreign White in gedachten. Over de andere rassen waar wit in voorkomt staat meer geschreven in het artikel van P. van de Wijngaart. De Foreign White is een kat van Siamees type met stralend blauwe ogen waarbij nauwelijks doofheid voorkomt dankzij een zorgvuldig selectieproces bij het fokken. Dat deze gedachtegang van een zorgvuldig selectieproces eveneens zou kunnen gelden voor andere rassen met witte katten die blauwe ogen hebben is ook de overtuiging van David Brinicombe uit Engeland, de bakermat van de kattenfok. Hij heeft op het internet een uitgebreid onderzoek gedaan naar het verschijnsel van doofheid bij witte katten en daarover op het internet gepubliceerd. Zijn conclusies uit het onderzoek worden nader toegelicht in het navolgende artikel.

 

Geschiedenis

In de zestiger jaren maakte de bekende Engelse fokster Mrs Patricia Turner foto ’s van haar lilacpoint Siamees. Toen de foto’s ontwikkeld waren bleek dat een foto overbelicht was. De lilacpoint kleur was geheel onzichtbaar.  Op de foto stond een geheel witte kat van een Siamees type met stralend blauwe ogen. Mrs Turner was zo onder de indruk van dit beeld dat zij besloot om een poging te wagen witte katten met de stralend blauwe ogen van de Siamees te fokken. De gedachtegang was dat wanner men het dominante wit van de Brits Korthaar kat kon combineren met de blauwe ogen van de Siamees men katten zou krijgen die geen last hadden van doofheid. Om dit doel te bereiken werden witte katten gepaard aan de Siamees. Vooral de sealpoint werd vaak gebruikt aangezien men vond dat die de diepst blauwe ogen bezat van alle Siamezen. Vanaf het begin zijn de lijnen waarbij doofheid voorkwam consequent uitgesloten van de fok. Tot op heden wordt de Foreign White, ook in Nederland, nog steeds zoveel mogelijk gekruist met Siamezen en wordt de kruising wit x wit vermeden om het optreden van doofheid te voorkomen.

 

Verder zult u in het kort het Waardenburg-syndroom verklaard vinden en de term tapetum lucidum.

Tijdens mijn studie naar informatie kwam ik erachter dat er heel weinig onderzoek is gedaan naar de relatie witte katten en doofheid. Vaak moeten we ons baseren op de jarenlange ervaringen van fokkers. Navraag bij de Engelse rasclub voor Foreign Whites, waar de meeste Engelse fokkers van deze variëteit bij aangesloten zijn, leert ons dat, dankzij een zorgvuldig fokprogramma, in de afgelopen jaren geen dove Foreign Whites zijn gefokt. Navraag bij hen moet ons leren hoe zij dit precies voor elkaar hebben gekregen. 1k heb bij verschillende Nederlandse verenigingen informatie opgevraagd over het aantal witte katten dat de afgelopen twee jaar is geboren maar daar is maar door een enkele vereniging c.q. rasclub op gereageerd.

 

Navraag bij de Nederlandse Foreign White fokkers leert ons dat er in 1997 en 1998 in Nederland 55 Foreign Whites zijn geboren, waarvan er 15 audiometrisch getest zijn op doofheid. Alle 15 geteste exemplaren waren niet doof. Bij de rest is proefondervindelijk door een dierenarts door middel van de klaptest vastgesteld dat de katten hoorden.

 

Erfelijke aanleg

Eerst iets in het kort over de erfelijke aanleg van wit bij katten. Bij katten kennen we vier `soorten veroorzakers’ van witte katten:

  1. Het gen W dat geheel witte katten veroorzaakt en een mogelijkheid voor doofheid bij              blauwogige katten bij zich draagt (syndroom van Waardenburg).
  1. Het gen S voor Piebald Spotting dat witte vlekken veroorzaakt. Vlekken kunnen variëren van enkele witte haren tot een compleet witte kat.
  2. De Siamees getypeerde Recessive White. Een witte kat met blauwe ogen, die een trap je hoger staat dan de albino en die vaak fototropisch (gevoelig voor licht) is. Deze factor vererft recessief, maar aangenomen wordt dat de factor toch invloed uitoefent op de uiteindelijke kleur van de kat. Genetisch symbool ca . Deze kat werd ooit ingekruist bij de Siamezen omdat zij qua type dicht bij elkaar staan. Het bleek dat de kleur van de resulterende kittens vaak moeilijk te bepalen was omdat de kleur niet volledig door
  1. De albino. Een witte kat met rode ogen. Genetisch symbool c.

 

Zoals u aan de hoofdletters kunt zien zijn de eerste twee vormen dominant vererfbaar en de laatste twee recessief. Kleurvererving wordt in de genetica aangeduid met het symbool C (Colour); het gen voor volledige kleuring is C. Een iets minder volledige kleuring , wordt aangeduid met het symbool cb. Daaropvolgend komen dan nog cs, de reeds eerder genoemde ca en de c. Combinaties van deze genen zijn mogelijk.

De Recessive White genoemd bij nummer drie is oorspronkelijk gesignaleerd in de Verenigde Staten, maar ook in Nederland een aantal jaren geleden gefokt. Inmiddels is door een gericht fokprogramma deze variëteit zo goed als verdwenen uit het Siamezenbestand aangezien deze factor ongewenst wordt geacht bij de Siamezen.

 

Het syndroom van Waardenburg

Niet alle witte katten met blauwe ogen zijn doof en niet alle dove witte katten hebben blauwe ogen. De erfelijke doofheid is een uiting van het Syndroom van Waardenburg. Dit ontstaat als gevolg van een stoornis in de ontwikkeling van de neurale lijst, waarschijnlijk onder invloed van het gen W (Raadsveld).

Dit syndroom veroorzaakt twee soorten afwijkingen:

  1. pigmentafwijkingen van huid;
  2. oog- en gehoorstoornissen.

Dit syndroom is met incomplete penetrantie dominant erfelijk (Berntrop, 1993).

Naar aanleiding van een onderzoek via het internet heeft een Engelse fokker van witte katten de hypothese geopperd dat er een apart gen of een groep polygenen verantwoordelijk is voor het al dan niet optreden van doofheid bij witte katten, mede gezien het feit dat er bij Foreign Whites en Turkse Van katten nauwelijks doofheid voorkomt (Brinicombe, 1995). Dit geeft in ieder geval aan dat het wit als zodanig niet de verantwoordelijke factor hoeft te zijn voor doofheid. De heer David Brinicombe noemt dit gen/groep polygenen de ‘E-factor’. Als deze hypothese waar blijkt te zijn dan zou er een fokprogramma opgesteld kunnen worden om doofheid zo goed als uit het kattenbestand te fokken.

Wanneer men steeds die katten selecteert waarbij geen ‘E-factor’ aanwezig is bant men op den duur doofheid uit.  Hoe dat zou moeten beschrijft hij in zijn onderzoek. De heer Brinicombe stelt dat het meeste onderzoek dat tot nu toe uitgevoerd is gebaseerd wordt op een studie van Bergsma en Brown zoals gepubliceerd in het ‘Journal of Heredity’ uit 1971. Zij voerden een onderzoek uit gebaseerd op 21 katten, 7 katers en 14 poezen, waarvan een hoog percentage doofheid en blauwe ogen vertoonden.

Dit was voornamelijk een onderzoek naar het Waardenburg-syndroom bij mensen, waarbij katten werden gebruikt als model omdat daar gemakkelijker mee geëxperimenteerd kan worden.  De proefdieren die zij gebruikten vertegenwoordigden zeer waarschijnlijk geen enkele populatie van raskatten. Gezien het doel van dat onderzoek was daar ook geen reden voor. Jammer alleen dat veel van alle later gepubliceerde werken verwijzen naar dat betreffende onderzoek.

Ander onderzoek dat wel uitgaat van eigen feitenmateriaal is in 1973  gepubliceerd. Dit onderzoek ging uit van 96 katten. zowel witte als niet witte. ten van de meest gebruikte katers was de witte kater Romeo die een blauw oog had en waarvan het gehoor niet com-
pleet was. Deze kater werd met diverse poezen waaronder ook zijn nakomelingen gepaard

 

en leverde dus ook weer witte nakomelingen op met gehoorproblemen. Uit dit onderzoek bleek dat vooral witte katten met blauwe ogen gehoorproblemen hadden. Er wordt ook een mogelijke link gelegd naar de vachtlengte alhoewel die niet bij alle dieren beschreven was. Als een kat twee verschillende kleuren ogen had dan had meestal het oor dat aan dezelfde kant als het blauwe oog lag gehoorproblemen (Mair, 1973).

 

Tapetum Lucidum

Bij de onderzoeken zoals die heden ten dage gedaan worden bij Foreign Whites wordt gekeken naar de aanwezigheid van het tapetum lucidum in het oog.

Dit tapetum lucidum bestaat uit 15 lagen dunne, platte, dakpanachtige cellen vlak onder het netvlies. Het heeft als functie het terugkaatsen van licht en speelt een belangrijke rol bij het zien in het duister en halfduister. De aanwezigheid van dit tapetum lucidum kan aangetoond worden door het oog te spiegelen. Is het aanwezig dan reflecteert het oog groen. Is het niet aanwezig dan reflecteert het oog rood. Bij Siamezen is standaard het tapetum lucidum aanwezig in het oog en vandaar dat men bij de Foreign White-fok selecteert op katten met het tapetum lucidum.

Tot nu toe ging men uit van de veronderstelling dat een kat met een volwaardig tapetum lucidum niet doof is en dat dit een selectiecriterium zou kunnen zijn om mee verder te fokken.

De Foreign White Werkgroep, opgericht om de Foreign White bij het publiek wat bekender te maken en zo de misvattingen over witte katten en doofheid de wereld uit te helpen, heeft inmiddels contact opgenomen met wetenschappers van de Universiteitskliniek in Utrecht. Dit om uit te vinden hoe het nu precies zit met de relatie tussen het tapetum lucidum en het al dan niet doof zijn, aangezien er de laatste tijd geluiden opklinken uit wetenschappelijke hoek dat deze relatie niet bestaat.

Inmiddels is na gesprekken met wetenschappers uit Utrecht gebleken dat zij stellen dat er geen bewijs is voor de stelling dat de aanwezigheid van dit tapetum lucidum doofheid zou voorkomen, maar ook geen bewijs tegen deze stelling. Hier zou de ervaring van fokkers dus een rol kunnen spelen.

Het is overigens vaak geobserveerd dat de katten die doof zijn dit compenseren door verhoogde gevoeligheid van andere zintuigen, waardoor zij toch een volwaardig leven kunnen leiden. Zij lijken weinig hinder te ondervinden van hun doofheid, zeker wanneer zij binnenshuis worden gehouden zoals met de meeste raskatten gebeurt.

 

Dankwoord

Een speciaal dankwoord gaat uit naar de heer David Brinicombe voor zijn correspondentie om een aantal punten uit zijn artikel nog eens nader te verduidelijken. Verder ook mijn dank voor de auteurs van de hierna genoemde literatuur en in het bijzonder voor Hetty Berntrop die bijna vanaf de begintijd betrokken is geweest bij de fok van Foreign Whites in Nederland.